Toetsnormering schrijven

In dit artikel vind je informatie over het definiëren van je toetsnormering bij het schrijven van eigen toetsen. Hiervoor heb je een Spark Plus licentie nodig. Nieuwsgierig geworden naar Spark Plus? Neem dan contact op met support@studyflow.nl. We laten je graag alle mogelijkheden zien.

In dit artikel:

Nadat je in Spark Plus een eigen toets geschreven hebt én alle opgaven toegevoegd zijn, kan je een normering definiëren waardoor er automatisch een cijfer gegenereerd kan worden. Collega-docenten die deze toets willen inzetten, kunnen daarmee binnen één klik deze vooringevulde normering toepassen. 

Let op: De toetsnormering kan pas geschreven worden, nadat alle opgaven zijn toegevoegd. Mochten er later nog opgaven aan de toets worden toegevoegd, moet de normering herschreven worden. 

Normering bepalen

Er zijn verschillende mogelijkheden waarop je de normering kan bepalen. Houd daarbij rekening met de volgende punten:

  • Hoe zwaar mag de normering wegen? Het is mogelijk om meerdere normeringen aan de toets toe te voegen. Zo kan je dezelfde toets op verschillende niveaus afnemen.
  • Bedenk welk type normering het beste bij de toets past. Zo kan je de normering bijvoorbeeld baseren op lineair in 2 delen, lineair vanaf 10 formule of dat je de cijferbepaling stapsgewijs wilt laten verlopen.

Middels onze cijferconverter kan je in Excel de formules lineair in 2 delen en lineair vanaf 10 vooraf berekenen en zie je aan de lijn in de grafiek hoe de cijferverdeling wordt opgebouwd. Vul hier in uit hoeveel vragen de toets bestaat, bij hoeveel vragen de leerling het cijfer 6 krijgt en op hoeveel decimalen elk cijfer afgerond moet worden. In de bijbehorende grafiek zie je vervolgens het verloop van de cijferverdeling en krijg je een visueel beeld bij de bijbehorende normering. 

Lineair in 2 delen Lineair vanaf 10
Dit model gaat uit van drie punten: 0 goed = cijfer 1, alles goed = cijfer 10, zelf ingegeven grens = 6. Daartussen worden twee lijnen getrokken; de normering.  Dit model gaat uit van twee punten: alles goed = cijfer 10, zelf ingegeven grens = 6. Daartussen wordt één lijn getrokken; de normering. 

Let op: Het model lineair in 2 delen sluit aan bij de normering die leerlingen gewend zijn (0 goed = 1, alles goed = 10). Houd er rekening mee dat de waarde voor een voldoende niet te ver van het midden afwijkt. Dan kan er namelijk een groot verschil ontstaan tussen de puntenaftrek per fout antwoord boven en onder de 6. 
Het voordeel van het model lineair vanaf 10 is dat de normering heel eerlijk voelt voor de leerlingen. Elke fout levert immers dezelfde aftrek op. Bij dit model kan het echter voorkomen dat je, ondanks dat je een aantal vragen goed hebt, toch een 1 als cijfer krijgt. Of dat je juist een hoger cijfer krijgt, terwijl je alle vragen fout hebt beantwoord. Let hier daarom goed op wanneer je de formules met elkaar vergelijkt in de cijferconverter. 


Normering toevoegen

1
Ga naar de Toetsbibliotheek en klik op het pen-icoon van de toets die je wilt bewerken om de toetseditor te openen. 
2
Open de  toetsinstellingen door in de toetseditor rechtsboven in de witte balk op  instellingen te klikken.   
3
Klik rechtsboven in het scherm op het +-icoon in het blok Beschikbare normeringen.
4
In het scherm Normering bewerken vul je vervolgens de titel van de normering in. Deze titel is later zichtbaar voor docenten wanneer zij een normering willen selecteren.   
5
Vul het cijferverloop in per te behalen punt. Ieder vakje staat voor een bepaald aantal punten die de leerling zou kunnen halen. Elk punt staat voor een opgave. 
  • Het minimum cijfer moet een 1 zijn en het maximum cijfer moet een 10 zijn.
  • Je kan meerdere decimalen gebruiken.
  • Alleen punten zijn toegestaan om decimalen te maken. 
  • In ieder vakje moet een cijfer staan.
  • Je kan meerdere vakjes met hetzelfde cijfer invoeren, bijvoorbeeld bij 'lineair vanaf 10' of 'stapsgewijs'-formules.
  • Als er opdrachten toegevoegd worden aan de toets, kan de schaalverdeling niet meer kloppen doordat er vakjes leeg of verwijdert zijn. Pas in dat geval het cijferverloop opnieuw aan. 
  • 6
    Sla de normering op. Je gaat automatisch terug naar het vorige scherm en ziet dat de nieuwe normering is toegevoegd.
    Klik op het +-icoon om nog een normering toe te voegen en doorloop bovenstaande stappen opnieuw. 

    Vanaf nu kunnen docenten die deze toets inzetten, de ingevulde normeringen gebruiken. 

    Normering bewerken

    Mocht er toch nog een fout in de normering zitten of wil je de de werktitel wijzigen, dan kan je makkelijk de normering aanpassen of verwijderen door terug naar het instellingenscherm van de toets te gaan.

    Door op het pen-icoon naast de gewenste normering te klikken kan je wijzigingen maken in de verdeling van cijfers of de werktitel bewerken. Vergeet niet om de wijzigingen op te slaan. 

    Mocht de normering niet meer toepasbaar of nodig zijn, dan kan je deze ook weer verwijderen met het prullenbak-icoon. De normering wordt hiermee direct verwijderd en kan niet meer worden teruggehaald.

    Let op: De wijzigingen worden alleen doorgevoerd bij toetsen die na de wijziging toegewezen worden. Reeds toegewezen toetsen worden gescoord aan de hand van de oude normering instellingen.
    Was dit artikel nuttig? Bedankt voor je feedback Er is een probleem opgetreden bij het versturen van je feedback